Juni 2006, de telefoon gaat op de Nederlandse ambassade in Syrië. “Ze zitten in de bosjes om de hoek”, wordt gezegd. En dan gaat het snel. Een medewerker loopt naar buiten, haalt Sara en Ammar op en laat ze binnen via de achterdeur. Hun vader zit nietsvermoedend binnen met de ambassadeur. “Je kinderen hebben asiel aangevraagd”, krijgt hij te horen.
Even daarvoor zijn Sara en Ammar, dan 11 en 13 jaar oud, het huis van hun vader Hisham in Syrië ontvlucht. Met een telefoon, met wat geld, en met een grote dosis moed. In de zomer van 2004 werden ze ontvoerd door hun vader vanuit het Groningse Oude Pekela naar Syrië. Nu vluchten ze terug.
‘Papa staat voor de deur’
Dat verloopt bijna té goed. Ze glippen samen naar buiten, pakken een taxi en Ammar belt moeder Janneke, die het plan bedacht. “We hebben het gedaan”, zegt hij. “We zitten in een taxi.”
“Mijn hartslag ging direct als een trein”, zegt Janneke nu, 15 jaar later, in het huis van dochter Sara in Leeuwarden. Na het bericht van Ammar belt ze direct een contactpersoon en de ambassade wordt ingelicht. Daarna is het wachten op het verlossende bericht. “Maar toen belde Ammar weer”, zegt Janneke. “Papa staat voor de deur.”
Heel Nederland voor de televisie
Voor de deur van de ambassade dus. Zijn huishoudster tipte hem, kan niet anders, weten Sara en Ammar. Ze vertellen de taxichauffeur om de hoek te parkeren. “Daar wacht mama”, was het smoesje, om vervolgens de bosjes in te duiken en hulp in te roepen.
Vanuit Nederland regelt Janneke dat de juiste informatie op de goede plek komt en Sara en Ammar uiteindelijk tóch naar binnen kunnen. Wat er was gebeurd als hun vader ze toen had gezien? Janneke: “Ik wil er niet aan denken.”
En zo komt er aan 2,5 jaar ontvoering een eind. Heel Nederland zit die dagen voor de buis gekluisterd om te weten hoe het verhaal van Sara en Ammar afloopt. Na zes maanden in de ambassade komt het goed. Kort voor kerst landen ze op Schiphol. Dé held voor moeder Janneke: minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot.
Zo kwamen Ammar en Sara eind december 2006 terug op Schiphol:
Ammar en Sara komen onder grote mediabelangstelling aan in Nederland.
“Die man moet echt alsnog een lintje krijgen”, zegt Janneke. Ze pinkt een traan weg. “Want Hisham wilde niet tekenen, en dat was wel nodig voordat ze naar Nederland konden komen.”
Na de scheiding
De zaak in Nederland lag simpel: na de scheiding van Janneke en Hisham zou Janneke de kinderen krijgen, Hisham zou ze nog wel mogen zien. En dat gebeurde ook: Sara en Ammar gingen geregeld een weekend naar Winschoten, waar Hisham woonde. Ammar viste graag met zijn vader, Sara reed rondjes op de step.
Het was fijn, blijkt ook uit een anekdote van Sara: “Zij twee moesten plassen en dat gingen ze achter de auto doen. Ik moest even op de hengels letten, en voordat ik het wist zat er een enorme snoek aan. Ik riep keihard: ‘Een monster! Een monster!'”
Iedereen was blij, maar het werd minder leuk, vooral voor Ammar. Want waar voor Sara de herinneringen aan haar jonge jeugd vooral positief zijn, werd Ammar argwanend. “Mijn vader werd steeds wat agressiever en begon steeds vaker over Syrië te praten. Toen heb ik besloten dat ik er niet meer naartoe wilde.”
Vakantie naar Parijs, toch?
Tót dat moment in juni 2004. Hisham en Jelinda, de nieuwe vriendin van hun vader, stonden voor de deur in Oude Pekela. Een vakantie naar Frankrijk, Disneyland, dat was het verhaal. Net als in 2003. Sara wilde wel, maar Ammar wist niet hoe gauw hij weg moest komen. “Hij rende dwars door een glazen deur”, zegt moeder Janneke. En Ammar: “Ik heb me verstopt in een garage, urenlang.”
Uiteindelijk was het Sara die Ammar overtuigde toch met haar mee te gaan op vakantie. “Hij voelde zich altijd al erg verantwoordelijk voor Sara, dus hij ging mee”, zegt Janneke. Van zijn vader kreeg Ammar nog een telefoon en 100 euro, om hem over te halen.
Maar waar ze in 2003 met de auto naar Parijs gingen, pakten ze nu ineens het vliegtuig. In dat vliegtuig werd het duidelijk. Ammar: “Ik vroeg me af waarom we toch zo lang in het vliegtuig zaten. Toen zei mijn vader: we gaan niet naar Frankrijk, we gaan naar Syrië.”
“We gaan weer terug als je naar school moet”, was het verhaal van Hisham. En die datum – ‘Ik weet ook niet waarom ik dat zo precies wist’ – had Ammar in zijn geheugen gegrift. De dag voordat de scholen begonnen, vroeg hij daarom ook waarom ze nog in Syrië waren. Het was tijd om te gaan.
‘Hier is je toekomst’
Het antwoord kwam hard binnen. Hij ging niet meer in Nederland naar school. “Hier is je toekomst”, zei Hisham. Een toekomst in Syrië, met een taal die hij niet kende, met mensen die hij niet kende. “Ik werd er doodongelukkig.”
Je zou zeggen: op een vreemde plek mis je je vriendjes, je school, je familie. Natuurlijk deed Ammar dat, maar toen zijn moeder later vroeg wat hij nou écht het meest miste, zei Ammar: “Groen gras.” Het zand, de grauwe omgeving, het gebrek aan een lekker trapveldje, het maakte hem gek. “Ik wilde gewoon weer voetballen.”
‘Mijn hart bonsde in mijn keel’
Janneke ondertussen beet zich vast. Met alle moed die ze in zich had zocht ze in Nederland Jelinda op. Zij was inmiddels vertrokken uit Syrië na ruzies met Hisham, maar wilde in eerste instantie niet meewerken aan Jannekes zoektocht. Totdat Janneke dreigde: “Als je niet meewerkt, klaag ik je aan voor medeplichtigheid aan de ontvoering van mijn kinderen. Daar staat negen jaar voor.”
Jelinda hielp en tekende een plattegrond van de plek waar ze in Syrië woonden. Janneke stapte in het vliegtuig, met jurist Johan Sijtsema, toen actief bij de Stichting Gestolen Kinderen. Straatje voor straatje door Damascus. Niet te doen? Wel dus.
Maar het duurde wel even voordat Janneke en Johan de juiste straat te pakken hadden. Winkeltje? Ja klopt. Flat? Ja. “En dan was het een witte deur”, had Jelinda gezegd. En verdomd. “Mijn hart bonsde in mijn keel nadat ik op die deur had geramd.”
Hisham deed open en een paar tellen later hingen Sara en Ammar om Jannekes nek. Maar ze kwamen niet om de kinderen op te halen, had Johan nog duidelijk gezegd. Anders zou het uiteindelijk niet lukken.
Bot sprak met Assad
Beetje bij beetje won Janneke het vertrouwen, zodat ze uiteindelijk de instructies aan Ammar kon geven voor de vluchtpoging. Al deed ze het met een knoop in haar maag. “Wat vraag je allemaal van een jongen van 13. En wat als het zou mislukken?”
Het lukte. Sara en Ammar bereikten de ambassade. Maar in Nederland was het misschien duidelijk dat Janneke recht had op de kinderen, in Syrië allerminst. Als de man de kinderen wil houden, dan gebeurt dat zo. Zonder handtekening van Hisham konden ze nergens heen. Een half jaar zaten ze vast in de ambassade.
Maar toen was daar Ben Bot. “Hij sprak met president Assad en regelde ook dat áls Hisham zou tekenen, hij in Nederland niet meer aangehouden zou kunnen worden en van de Interpol-lijst afgehaald zou worden.” Uiteindelijk tekende Hisham.
Beelden van Ammar en Sara in Syrië:
Janneke vertelt over de ontsnapping van haar kinderen.
Het leven in Nederland
En daar begint het tweede deel van het levensverhaal van Sara en Ammar. Want waar de media-aandacht na de komst op Schiphol langzaam verdween, begon voor de familie een nieuw proces. Een moeilijk proces, want wie denkt dat na terugkomst het leven één groot feest was, heeft het mis. Achter de lach op Schiphol zaten trauma’s, en niet alleen bij moeder en de twee kinderen.
Oude Pekela bleek niet meer het Oude Pekela van voor hun ontvoering, hun vriendjes niet meer de vriendjes van ervoor en de school al helemáál niet de school van voor de ontvoering. Sterker nog: Ammar moest ineens naar de middelbare school. Met een leerachterstand van 2,5 jaar. “We wisten niet eens waar Parijs lag.”
Maar Ammar ging toch naar de brugklas. Het was gedoemd te mislukken en dat gebeurde ook. Geen klik met klasgenoten, moeite met de leerstof. Niet lang na zijn terugkeer was Ammar wéér doodongelukkig. Een nieuwe start, nog een keer. Dat was nodig, en die vond hij in Leeuwarden. Ammar trok in bij een vriendin van zijn moeder, Lammie. Sara weet het nog goed. “Ik vond het wel moeilijk. We waren nog niet lang terug.”
Ook bij Janneke deed het vertrek van Ammar pijn. Ze had er te lang voor gestreden om haar kinderen terug te krijgen, om één van hen weer te zien vertrekken. Niet veel later kwam het besluit: ook Sara en Janneke gingen naar Leeuwarden, samen met de broertjes Bjorn en Olaf, die Janneke had gekregen met haar tweede man. Alles opnieuw. Nog eens.
‘Alles draait altijd om Ammar’
Langzaam vond Ammar zijn weg terug in de Nederlandse samenleving. In Oude Pekela waren er weinig gelijkgestemden, in Leeuwarden een stuk meer. Hij ging naar scholen waar klasgenoten ook leerachterstanden hadden, deed stages die bij hem pasten, en zo kreeg hij langzaam zijn zelfvertrouwen terug.
Maar waar Ammar opbloeide, rebelleerde Sara. “Alles gaat ook altijd in Ammars belang, zo voelde ik dat toen”, zegt ze. De verhuizing naar Leeuwarden had voor haar niet gehoeven. En toen kwam de puberteit.
PTSS
Sara probeerde erbij te horen, ging drinken, blowen en kende uiteindelijk de wijkagent bij naam. “Ja, Cor bracht mij vrij vaak naar huis”, zegt ze nu met een minzame glimlach. Gelukkig werd ze er niet van, en ze werd gepest. “Ik werd gezien als ‘dat dorpsmeisje’. Waar anderen dure merkkleding droegen, had ik een laaghangende broek aan, want die vond ik fijn. Anderen zeiden dan dat het een poepbroek was.”
Moeilijk voor een meisje dat net in de puberteit is aanbeland en onderhuids nog veel grotere problemen had. Ze waren voorgelogen door haar vader en Jelinda, werden in Syrië constant in de gaten gehouden en Hisham had soms agressieve buien.
Sara hield er PTSS (post traumatisch stress syndroom) aan over. Dat kwam er pas laat uit; alles wat in Syrië was gebeurd, had ze diep weggestopt.
Ze ging ermee aan de slag en kreeg EMDR-therapie. Haar moeilijke puberteit heeft ze achter zich gelaten en de band met haar moeder – die toen ook best lastig was – is nu beter dan ooit. “Ik zie nu eigenlijk pas wat mama vroeger allemaal voor ons heeft gedaan.”
Ammar ging aan het werk met zijn vertrouwensproblemen en zijn korte lontje – ‘dat heb ik helaas van mijn vader’ – en kan daarmee nu steeds beter uit de voeten. “Je moet accepteren dat je die problemen hebt”, zegt Ammar. Sara knikt.
Van kinderopvang tot eigen kapperszaak
En hoe gaat het nu? Janneke straalt. “Ik ben zo trots op die twee”, zegt ze. Want ze hebben hun plek in de maatschappij inmiddels veroverd. Sara wilde vroeger al graag de kinderopvang in, maar niet de ‘gewone soort’.
“Ik werk nu bij een multiculturele kinderopvang in Leeuwarden. Door al die culturele verschillen best een uitdaging, want ze brengen verschillende normen en waarden met zich mee. Geen enkele dag is hetzelfde en dat vind ik juist heel leuk”, zegt Sara. En ze wil in de toekomst haar ervaringen gebruiken om anderen te helpen.
Ammar heeft sinds kort zijn eigen kapperszaak: Barber Hafez. Op een steenworp afstand van het huis van Sara knipt en scheert hij perfecte lijnen in de kapsels van Friese mannen.
Janneke zelf is blij in de zorginstelling waar ze werkt in Leeuwarden. De relatie met de vader van de broertjes – een tweeling – was tijdens de ontvoering gestrand. Haar nieuwe man kon de zoektocht naar Sara en Ammar niet aan en dwong Janneke te kiezen: of haar oude gezin, of het nieuwe. “Ik had een déja vu”, zegt ze. Hisham had haar vroeger gedwongen te kiezen tussen hem en haar beste vriendin. “Dat nooit weer.” En dus vertrok ze.
Sara wil Hisham nog wel zien, Ammar niet
De tweeling die ze met hem heeft, hield haar wel op de been. Het was niet makkelijk – één van de twee heeft autisme – maar ze had een reden om te leven, zegt ze. “Zij zijn de reden dat ik er nog ben.”
De gebeurtenissen rond 2006 hebben Janneke getekend voor het leven. Ze schreef het boek ‘Kom niet aan mijn kinderen’ en wil dat het verhaal verteld blijft worden. Niet voor haar. “Omdat mensen moeten weten dat het niet zomaar allemaal voorbij is op het moment dat de ontvoering eindigt. Je krijgt jezelf gewoon nooit meer terug.” Nu is Janneke gelukkig, maar het kan altijd beter. Ze heeft nog één grote droom: “Ik hoop dat één van deze twee hier mij ooit oma zal maken.”
Een blik richting Sara en Ammar is genoeg. Daarvoor willen ze beiden wel zorgen, maar wanneer is nog even de vraag. Want daar komt ook vader Hisham om de hoek kijken. Ammar hoeft hem vooralsnog niet terug in zijn leven, maar Sara eigenlijk wel. “Ik wil graag dat hij onderdeel is van de grote momenten in het leven. Als ik ga trouwen, wil ik hem daarbij hebben.”
15 jaar zonder vader
Komende dinsdag is het exact 15 jaar geleden dat ze aankwamen op Schiphol. Hun vader hebben ze nooit meer gezien. Het stelt vooral Sara teleur. Hisham belooft telkens dat hij zal komen, maar nooit voegt hij de daad bij het woord. Janneke: “Hij is bang dat hij in Nederland zal worden aangehouden, maar we hebben 15 jaar geleden ervoor gezorgd dat dat niet gebeurt.”
Janneke snapt dat Sara haar vader ooit terug wil in haar leven en zal daar ook nooit voor gaan liggen. “Ik gun mijn kinderen een band met hun vader”, zegt ze. Zelf stuurde ze Hisham jaren geleden een lange mail, om alles af te kunnen sluiten. “Ik heb je vergeven”, schreef ze hem. “Maar ik kan het nooit vergeten. Daarvoor heb je ons te veel pijn gedaan.”
Zondaginterview
Elke zondag publiceren we een interview in tekst en foto’s van iemand die iets bijzonders doet of heeft meegemaakt. Dat kan een ingrijpende gebeurtenis zijn waar hij of zij bewonderenswaardig mee omgaat. De zondaginterviews hebben gemeen dat het verhaal van grote invloed is op het leven van de geïnterviewde.
Ben of ken jij iemand die geschikt zou zijn voor een zondaginterview? Laat het ons weten via dit mailadres: [email protected]
Lees hier de eerdere zondaginterviews.