Het nieuwe kabinet heeft ambitieuze plannen, maar het is de vraag of de gewenste doelstellingen voor het klimaat en de stikstofproblematiek wel in streefjaar 20230 kunnen worden behaald.
Dat zegt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een reflectie op het coalitieakkoord. Het Planbureau noemt hun kanttekeningen met nadruk een reflectie, omdat de plannen van de nieuwe regering nog niet zijn doorgerekend.
Terughoudend
Het aangescherpte klimaatdoel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 55 procent te hebben verlaagd in vergelijking met 1990, grenst ‘aan wat praktisch gezien maximaal realiseerbaar is’, zegt Hans Mommaas, directeur van het PBL.
Het zijn ‘historisch hoge ambities’, maar het slagen van de plannen hangt af van hoe snel er gebruik wordt gemaakt van het geld dat beschikbaar is, aldus het PBL.
Hogere belasting en een speciale minister: dit zijn de plannen voor het klimaat
Ook over het behalen van de doelstelling om de uitstoot van stikstof terug te brengen is het PBL terughoudend.
Vraagtekens
Een deel van de maatregelen in het akkoord heeft een vrijwillig karakter. Dat levert volgens het Planbureau het risico op dat veranderingen te traag van de grond komen om al in 2030 resultaat te zien. “Het is de vraag of deze ambitie gezien de eisen die deze stelt aan de uitvoering haalbaar zal zijn voor 2030.”
Over de realiseerbaarheid van andere delen van het coalitieakkoord heeft het PBL eveneens vragen. Zo kan de bouwsector vanwege het tekort aan personeel en materiaal op korte termijn niet meer bouwen.
Woningbouw
Het risico bestaat dat extra geld dan wel bij de bouwsector terechtkomt, maar dat er niet meer woningen bijkomen, vreest het PBL.
Daarnaast kan het geld dat de overheid investeert ertoe leiden dat de grondprijzen stijgen, denkt het PBL.