Desmond Tutu was een icoon voor de anti-apartheidsbeweging in Zuid-Afrika. Hij stond bekend om zijn eeuwige glimlach. Tutu had humor, maar kon in dezelfde ademteug onverbiddelijk streng zijn als het gaat om mensenrechten. Vandaag is hij op 90-jarige leeftijd overleden. Dit waren zijn belangrijkste uitspraken.
Desmond Tutu wordt op 7 oktober 1931 geboren in Klerksdorp in Zuid-Afrika. In een sloppenwijk ontmoet Tutu een parochiepriester. Later zegt hij over dit moment:
“Ik was met mijn moeder op straat en we werden begroet door een blanke man in een priestergewaad. Ik kon mijn ogen niet geloven: een blanke die een zwarte vrouw begroet.”
Dat hij later de eerste zwarte aartsbisschop van de kerk in Kaapstad zou worden, wist hij toen nog niet. Tutu droomt van een baan als dokter. Maar een opleiding in de zorg kan zijn gezin niet betalen. Hij wordt leraar, net zoals zijn vader. Tutu wordt beschreven als timide. Zijn drang om te strijden voor gerechtigheid groeit geleidelijk. Het apartheidssysteem in Zuid-Afrika beperkt hem in zijn vrijheid.
“Wees aardig voor blanken, ze hebben je nodig om hun menselijkheid te herontdekken”
De apartheid trekt een lijn tussen de witte en zwarte bevolking in Zuid-Afrika. Desmond is klein van gestalte, maar een reus in de Zuid-Afrikaanse politiek. Hij opereert vreedzaam, en zette bevolkingsgroepen niet tegen elkaar op. Zo probeert hij mensen te verbinden. In 1984 wint hij de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn inzet voor gelijkheid.
Bekijk ook: 'Het geweten van Afrika'
Bisschop Desmond Tutu, Nobelprijswinnaar en bekend tegenstander van de apartheid in Zuid-Afrika, is vandaag op 90-jarige leeftijd overleden.
“Mijn vader zei altijd: verhef je stem niet, maar verbeter je argumentatie”
De aartsbisschop houdt zich ver van geweld. Dat maakt hem anders dan andere activisten, zoals Nelson Mandela, die wel met geweld in het verzet ging tegen het apartheidsregime. Het was een man met een sterk geloof, maar ook van sterke woorden. Daarvoor gebruikt hij zijn aanstekelijke lach, maar ook woede. Lezingen en preken: dat zijn de wapens die hij inzet.
“Als God homofoob zou zijn, zou ik hem niet aanbidden”
Tutu zet zich in tegen elke vorm van discriminatie, en dus ook tegen homohaat. “Ik zou weigeren om naar een homofobe hemel te gaan. Ik zou ‘nee’ zeggen, sorry, dan ik ga liever ergens anders heen”, zegt de aartsbisschop. Volgens hem maakt de internationale kerk onvoldoende duidelijk te maken dat God er voor iedereen is, ongeacht de seksuele geaardheid.
“Alsof ik voor het eerst verliefd word”
Zo beschrijft Tutu het gevoel toen in 1994 de eerste democratische verkiezingen werden gehouden in Zuid-Afrika. De opheffing van het apartheidsregime wordt ingezet, en de Zuid-Afrikaan kan zijn vreugde niet op. Nelson Mandela wordt tijdens deze verkiezingen president.
“Als je neutraal bent in situaties van onrecht, heb je de kant van de onderdrukker gekozen.”
In 2011 geeft Tutu aan dat hij zich, vanwege zijn hoge leeftijd, wil terugtrekken uit het openbare leven. Op de achtergrond blijft hij nog jaren goede doelen steunen. Ook zijn woorden worden nog lang herhaald. Tijdens de Black Lives Matter-protesten van vorig jaar, worden de uitspraken van Tutu herhaald.