Het prijsplafond voor de energierekening is al lang en breed aangekondigd, maar het blijkt een hels karwei om de details ook daadwerkelijk af te kaarten. Er zijn grote zorgen dat de subsidieregeling de kas van energieleveranciers enorm gaat spekken. En ook Brussel kijkt mee.
Even een paar weken terug: het kabinet kondigde aan dat de gas- en elektriciteitsprijzen voor consumenten aan banden worden gelegd. Voor de eerste 1200 kuub gas betaal je maximaal 1,45 euro per kuub en tot een verbruik van 2900 kWh stroom betaal je maximaal 0,40 euro met kilowattuur. Op 1 januari gaan die regels gelden.
Prijsplafond energie bekend: bekijk zelf wat jij moet besparen om eronder te blijven
Maar dat de regeling is aangekondigd, betekent zeker niet dat die al af is. Niet vreemd, want uit stukken van het Ministerie van Financiën blijkt dat eigenlijk alle opties die op tafel liggen of lagen, heel grote nadelen hebben.
Hoe compenseren?
Het grote probleem zit hem namelijk in hoe de staat de energiemaatschappijen moet compenseren voor de lage prijs die ze aan de consument moeten rekenen, terwijl hun eigen kosten (veel) hoger kunnen zijn.
Referentieprijs: niet te doen
Het stellen van een referentieprijs voor energiemaatschappijen bijvoorbeeld. Die krijgen dan het verschil gecompenseerd tussen het prijsplafond dat de consument betaalt en een vooraf bepaalde vaste prijs, de referentieprijs. Die wordt bijvoorbeeld vastgesteld aan de hand van wat gas en elektra gemiddeld kosten op de beurs waar de maatschappijen het moeten inkopen.
Hoe voorkomen we dat energiebedrijven binnenlopen door prijsplafond?
Makkelijk uitvoerbaar voor de subsidieverstrekker, concluderen ambtenaren, want die referentieprijs is voor alle maatschappijen gelijk. Maar de bezwaren zijn te groot. Het zou prijsopdrijvend kunnen werken, omdat maatschappijen hun inkoopstrategie erop af kunnen stellen. Of erger: als een maatschappij beroerd inkoopt, krijgt hij niet alles vergoed en dan dreigt een faillissement. Afgeschoten dus.
Paardenmiddel: no go
Ook het paardenmiddel van de prijzenwet is overwogen. Daarmee kan de staat een jaar lang de maximumprijs van een product bepalen. Klinkt eenvoudig, maar ook dan moet het onevenredig nadeel voor de energiebedrijven worden gecompenseerd. Het nadeel voor de energiebedrijven bestaat uit het deel van de inkoopprijs boven het prijsplafond plus extra bedrijfskosten en marge.
Maar om daar precies een eerlijk bedrag aan te hangen, is waarschijnlijk erg lastig. Langlopende juridische procedures dreigen bij deze variant, en daar heeft niemand zin in. Afgeschoten dus.
Gekozen variant ook vol bezwaren
En zo is gekozen voor een variant waarbij de leverancier gewoon het verschil vergoed krijgt tussen de prijs in het contract van de klant en het tariefplafond. Een voorbeeld: de leverancier heeft als tarief voor een kuub gas 2,45 euro. Het prijsplafond is 1,45 euro. Dan krijgt de leverancier een euro subsidie per kuub.
Maar uit de stukken van Financiën blijkt dat ook deze variant op grote bezwaren stuit. “Naar beste inschatting gaat de Europese Commissie hier niet mee akkoord omdat dit een open einde regeling is met mogelijkheid tot grote overwinsten”, staat in een ambtelijk stuk.
Overwinsten
Over dat laatste leven al langer zorgen, bij het kabinet en in de Tweede Kamer. De vrees is namelijk dat energiemaatschappijen hun tarieven zonder een centje pijn kunnen verhogen, omdat de staat toch het verschil wel bijpast.
Er wordt overlegd met de Autoriteit Consument en Markt, de toezichthouder op de energiesector, om te kijken hoe dit kan worden voorkomen. De ACM zou bijvoorbeeld moeten vaststellen wat nog een redelijk tarief is, maar hoe is nog volstrekt onduidelijk.
Europese Commissie
Een bezwaar dat tot nu toe niet of amper aan bod is gekomen, is dat de Europese Commissie volgens Financiën eist dat het geen ‘openeinderegeling’ is. Dat wil zeggen: een subsidiepot zonder bodem. Dat probleem kán opgelost worden door bijvoorbeeld een maximum te stellen aan de subsidie per kuub of kilowattuur aan de energiemaatschappij, maar ook dan neemt het risico weer toe dat de leveranciers meer kosten maken dan ze vergoed krijgen.
Hoe deze hobbels worden genomen, kan een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (het ministerie dat de regeling aan het uitwerken is) nog niet zeggen, omdat de regeling nog niet af is. Wel laat hij weten dat er een mogelijkheid wordt ingebouwd om onterecht uitbetaalde subsidie achteraf terug te vorderen.